“Haar kwetsbaarheid geeft mij een gevoel van macht”

“Haar kwetsbaarheid geeft mij een gevoel van macht”

De psychologie achter BDSM

“Het liefst heb ik dat ze naakt op bed ligt te wachten, op haar buik. Ik deel een paar tikken uit, eerst op haar billen, later in haar gezicht. Ik heb een wildcard en mag alles met haar doen wat ik wil – ik ben de baas. De kwetsbaarheid van de ander geeft mij een gevoel van macht.”

Aldus de 28-jarige Jeffrey*, die regelmatig kinky seks heeft met zijn vaste vrouwelijke bedpartner. Het soort machtsspel dat Jeffrey beschrijft, valt onder BDSM. Dat is een afkorting voor bondage en disciplinedominantie en onderwerping en sadisme en masochisme. Alle vormen van consensueel erotisch machtsspel behoren in principe tot BDSM, ook als er géén zweepjes, leer of touwen aan te pas komen.

Daar waar kinky seks in het verleden iets was waar je enkel in het geheim en achter gesloten deuren van mocht genieten, raakt BDSM tegenwoordig steeds verder genormaliseerd. In seksscènes van films en tv-series, in educatieve video’s op TikTok en als gespreksonderwerp bij seks- en relatietherapeuten: dat er meer smaken bestaan dan vanilla, daar zijn de meeste mensen inmiddels van doordrongen.

Zo ook in de wetenschap. De laatste jaren is er een opvallende toename te zien van onderzoeken over BDSM, met name binnen de psychologie. Zo ontstaat er langzaam maar zeker een beter beeld van hoeveel kinksters er werkelijk rondlopen, wie zij zijn en waarom de één wild wordt van een erotisch machtsspel terwijl het de ander koud laat.

Om maar meteen wat statistiekjes te geven: 40 tot 70 procent van de bevolking heeft weleens BDSM-gerelateerde fantasieën, blijkt uit uitgebreid literatuuronderzoek van het Britse Institute of Psychiatry. Volgens datzelfde onderzoek blijft het bij 20 procent van de bevolking niet bij fantaseren, maar wordt BDSM in praktijk gebracht. En relatief veel beoefenaars zijn wit, theoretisch opgeleid en relatief jong.

Een bekend vooroordeel over mensen die aan BDSM doen, is dat ze ‘mentaal beschadigd’ zijn of zouden kampen met onverwerkt trauma. Van dat beeld blijft weinig over als je onderzoeksdata bekijkt: BDSM’ers hebben net zo vaak of zelfs minder vaak psychische problemen dan anderen, blijkt onder meer uit onderzoek van de Universiteit van Tilburg.

Toch blijft dit vooroordeel bestaan, merkt ook seksuoloog en relatietherapeut Erik van Beek in zijn praktijk. “BDSM wordt door veel mensen gezien als iets vreemds”, vertelt hij, “iets wat de gemiddelde burger niet doet.” Van Beek werkte in 2014 mee aan een onderzoek naar Nederlandse BDSM’ers en hun veiligheid in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Daaruit bleek dat kinky seks in praktijk niet onveiliger is dan ‘reguliere’ seks, mede dankzij de grotere aandacht voor communicatie, het aangeven van grenzen en nazorg.

Veruit de meeste wetenschappers zijn het er over eens dat iemands liefde voor BDSM simpelweg een seksuele voorkeur is. Daar kan ook Jeffrey zich in vinden. Hij omschrijft het als een seksuele voorkeur voor machtsdynamiek. “Het gevoel dat je alles bij iemand kunt doen wat je wilt, triggert me. De reactie zien op mijn handelingen vind ik daarbij heel prettig; het is een bevestiging dat ik de macht heb en zij niet. Als er sprake is van pijn, is de reactie vaak heftiger – en de ‘beloning’ voor mij dus ook.”

Als Jeffrey de dominante partij is in een BDSM-sessie, streeft hij ernaar dat de ander zich aan de pijn en aan hem kan overgeven. “Het gaat erom dat je een situatie creëert die daar veilig genoeg voor is.” Dat wordt ook benadrukt door seksuoloog Van Beek: “BDSM valt of staat met consent, met het kunnen aangeven van grenzen. Als het je lukt om de controle uit handen te geven in zo’n veilige setting, kun je op een dieper niveau een connectie met een ander ervaren. Het praktiseren van BDSM gebeurt dan ook vaak vanuit een behoefte aan verbinding.”

Als ‘switch’ heeft Jeffrey ook ervaring als onderdanige partij. “Ik kan er ook enorm van genieten om de controle juist helemaal los te laten en het te ondergaan. Dat ik geen kant op kan. Juist omdat het tegen mijn gevoel in gaat om alle macht uit handen te geven, vind ik dat geil.” Misschien, zegt Jeffrey, zit het in de menselijke natuur om opgewonden te raken van machtsdynamiek. “Biologisch gezien is er vaak één partij die een actieve rol moet aannemen tijdens de voortplanting en één met een meer passieve rol.”

Toch zit niet iedereen te wachten op een kinky rollenspel. Wat maakt dat de ene persoon wél een voorkeur voor BDSM heeft, en de ander niet? In een onderzoek uit 2022, uitgevoerd door een aantal Belgische universiteiten, wordt geconcludeerd dat BDSM-beoefenaars in algemene zin een aanzienlijk hogere behoefte hebben om sensatie op te zoeken. Dat herkent Jeffrey: “Ik hou van variatie, spanning en sensatie. Van dingen die een beetje gevaarlijk zijn. Als mensen me afraden om op reis te gaan naar een land omdat ze denken dat het er onveilig is, wil ik juist gaan.”

Volgens Van Beek kan een voorkeur voor BDSM ook pas later in iemands volwassen leven ontstaan. “In mijn praktijk zie ik vaak dat mensen reguliere seks in de loop der jaren niet spannend genoeg meer vinden, en behoefte krijgen aan meer zenuwprikkels. Zeker bij koppels die al langer samen zijn, kan er dan ruimte ontstaan voor meer experiment. Bijvoorbeeld door voor een open relatie te kiezen, of BDSM uit te proberen.”

Hoewel de representatie van BDSM in populaire cultuur en nieuwe wetenschappelijke kennis de drempel verlagen om dat experiment aan te gaan en er openlijk over te spreken, is het taboe nog niet helemaal verdwenen. Dat merkt Jeffrey ook: “Mijn vrienden weten wel dat ik als dominante partij aan BDSM doe, maar dat ik me ook graag laat domineren, heb ik ze nooit verteld. Ergens ben ik toch bang voor een veroordeling.” Jammer, vindt Van Beek. “Minder stigma op BDSM zou voor iedereen goed zijn. Seksualiteit is en blijft een belangrijk onderdeel van onze mentale en fysieke gezondheid.”

Bron: NPO 2024

BDSM

BDSM