Maastrichtse bidprentjesfetisjist vrijgesproken: geen bewijs

Bidprentjesboef Rafaël N. (52) blijft een vrij man. Hij zou verschillende mensen hebben opgelicht en een enkeling zelfs hebben mishandeld om aan een bidprentje te komen, maar de rechter ziet daarvoor geen bewijs.

Rafaël zat ruim negen maanden in voorarrest in deze zaak, maar de rechter besloot vrijdag dat er niets bovenop die 299 dagen komt.

Sterker nog: de eis van justitie werd van tafel geveegd. Volgens de aanklager was er wel degelijk bewijs dat de Maastrichtse bidprentjesfetisjist drie mensen had opgelicht, een vrouw had mishandeld en weer iemand anders had bedreigd. Hij eiste 500 dagen celstraf, waarvan 201 dagen voorwaardelijk. De rechter wees vrijdag echter op een ernstig gebrek aan bewijs.

Zo zijn er camerabeelden rondom de vermeende mishandeling van een vrouw in een Maastrichts verzorgingstehuis, maar op die beelden is geen mishandeling te zien. Over de vermeende bedreiging hebben twee getuigen verklaard, maar hun verklaringen komen niet overeen.

In de oplichtingskwesties was er slechts een signalement dat overeen kwam met Rafaël, maar dat vindt de rechter niet voldoende voor een veroordeling.

De vrijspraak is een bittere pil voor politie en justitie. Rafaël is al jaren in beeld, vanwege zijn bijzondere hobby: bidprentjes verzamelen. Hij is zo obsessief met zijn verzameling bezig dat hij in het verleden meermaals de grens van het toelaatbare overschreed. De vijftiger kreeg in 2005 een tbs-maatregel voor het belagen van mensen om een bidprentje te krijgen. In 2015 kreeg hij een celstraf.

Ook in deze kwestie ging hij, volgens justitie, te ver. Hij zou zich hebben voorgedaan als een medewerker van een uitvaartorganisatie of de plaatselijke parochie, om zo een bidprentje te scoren. Dat kwalificeerde justitie als oplichting. Het dossier was echter niet sterk genoeg om de rechter van Rafaëls schuld te overtuigen.

Advocaat Sjoerd van Berge Henegouwen, die de Maastrichtenaar bijstaat, spreekt van een ‘mooie beslissing’ van de rechtbank. “Ze hebben de feiten goed gewogen.”

Bron: 1limburg, 9 oktober 2020